Uit pure nieuwsgierigheid ben ik nog even op onderzoek uitgegaan naar mijn toekomstige woonomstandigheden. Ik heb een kamer toegewezen gekregen in Cutter House aan Elm Street - direct naast het centrum van de campus. Ik heb geen roommates, maar ik deel wél een badkamer en toilet. Gelukkig ben ik dit gewend: ik deel al jaren een badkamer en toilet met mijn familie. Maar aangezien ik de badkamer nu met pak en beet 39 andere gelukkigen mag delen - en er dus een kans bestaat dat ik moet rennen voor een douchehok - was ik benieuwd hoe ver ik verwijderd ben van de badkamer. Nou; ik kan er binnen enkele seconden zijn!
Nadat dit eerste-wereld probleem was opgelost moest ik nog een kleine teleurstelling verwerken: kerstbomen zijn verboden in de kamer. Na dit nieuws heb ik uiteraard meteen een ticket naar Nederland gekocht om kerst met mijn familie én kerstboom door te brengen.
Plattegrond van mijn kamer C325 en omgeving.
Elm Street rond 1880, waar nu Cutter House staat.
Cutter House.
Tot slot staat er een stukje over mijn ervaring met het Roosevelt
Study Center online. Omdat ik een semester langer op Emory University
verbleef, had ik een aantal maanden in Nederland te overbruggen voordat
ik aan een Master kon beginnen. Tijdens die periode liep ik drie maanden stage
bij het RSC in Middelburg. Met de Theodore Roosevelt American History
Award-uitreiking had ik afgelopen maart een goed excuus om het RSC nog een keer
te bezoeken. Ik raad iedere student – en andere geïnteresseerden – aan om een dag in studiecentrum door te
brengen: bronnen in overvloed. Kijk voor meer informatie op www.roosevelt.nl.
Over een maand is het weer zo ver. Ik ga Nederland
verlaten om één studiejaar aan Smith College te studeren. Smith College ligt in
Northampton, Massachusetts. De staat waar de Pilgrims van het
beroemde Mayflower schip voet aan wal zetten; waar voor het eerst Thanksgiving
werd gevierd; waar de heksenjachten van Salem plaatsvonden; waar de presidenten
John F. Kennedy en George H.W. Bush het levenslicht zagen; waar de sporten basketbal
en volleybal zijn ‘uitgevonden’; waar in 2004 als eerste staat in Amerika het homohuwelijk
legaal werd en het bezit van kleine hoeveelheden wiet toegestaan is. Aan
de laatste twee wetten kan je wellicht al afleiden dat Massachusetts de laatste
jaren voor 60% uit Democraten bestond.
In Northampton stemt 50% voor de
Democratische partij en slechts 5% komt uit als Republikein. Het hoge Democraten-gehalte is ook niet verrassend als je beseft dat Northampton de meeste lesbische koppels per hoofd van
alle Amerikaanse steden telt. Los gezien van seksuele voorkeur zijn er 25
procent méér vrouwen dan mannen woonachtig in Northampton. Om een idee te geven
van de grootte van de stad: in 2010 kende de stad 28.549 inwoners. Iets meer
inwoners dan Spierdijk dus.
Main Street, Northampton
Het feit dat er meer vrouwen in Northampton wonen is niet vreemd: Smith College
is de grootste (in aantal studenten) privé liberal arts ('vrije kunsten') college voor vrouwen in
de Verenigde Staten. Overigens worden mannen wel toegelaten tot de
Master-programma’s. Maar de praktijk leert dat weinig mannen zich daadwerkelijk
aan een studie met louter vrouwen wagen. In de loop van mijn studietijd zal de campus
en omgeving ongetwijfeld verder ter sprake komen.
De universiteit werd
opgericht door Sophia Smith - die in 1870 overleed - en opende in 1875 haar
deuren. Als enig levend erfgenaam ontving Sophia een groot fortuin van haar rijke
ouders. Een aanzienlijk deel van haar fortuin liet Sophia na om een vrouwenuniversiteit mee op te richten, zoals specifiek beschreven in haar testament:
I hereby make the following provisions for the establishment and
maintenance of an Institution for the higher education of young women, with the
design to furnish for my own sex means and facilities for education equal to
those which are afforded now in our colleges to young men.
Een goede investering, al zeg ik het zelf.
Sophia Smith
Bekende vrouwen die onderwijs van Smith College hebben genoten (maar hier niet
allemaal afstudeerden) zijn onder andere de tv-chef Julia Child; bekend Amerikaanse feminist Betty Friedan; first
ladies Nancy Reagan en Barbara Bush; de
schrijfster van Gone with the Wind, Margaret
Mitchell; de dochter van Martin Luther King Jr., Yolande King en de schrijfster
van het memoir Orange is the New Black, Piper
Kerman. Over series gesproken, de fictieve karakters Cristina Yang (Grey’s
Anatomy) en Emily Gilmore (Gilmore Girls) zijn óók Smith College-alumni.
Heel leuk allemaal, maar wat ga ik daar doen? Ik ga het
American Studies Diploma programma volgen. Het programma wordt als volgt beschreven:
The American Studies Diploma Program is a one
year, one-of-a-kind opportunity for international students to study in the
United States. This unique, competitive, interdisciplinary program includes a
year of intensive coursework and research in the study of American society and
culture, leading to a certificate in American studies.
Op een paar verplichte vakken na, mag ik zelf mijn vakkenpakket samenstellen. Het vak aanbod is overweldigend. Smith-studenten mogen namelijk ook vakken volgen aan vijf omringende universiteiten. Ik heb keus tussen onderwerpen als 'feminisme', 'hip-hop', 'Nederlandse kunst' en 'vampiers'. Nu ligt mijn interesse, zoals bekend, voornamelijk bij 'rassenkwesties' (met betrekking tot Afro-Amerikanen). Het vak waar ik dan ook om sta te springen is 'colorblind culture'. Een korte toelichting: in een gesegregeerd Amerika werd er gestreefd naar een 'kleurenblind' samenleving: een maatschappij waarin mensen niet langer worden beoordeeld op huidskleur. Of zoals Martin Luther King Jr. in zijn beroemde toespraak 'I Have a Dream' zei:
I have a dream that my four little children will one day live in a nation where they will not be judged by the colour of their skin but by the content of their character.
Ruim 50 jaar later wordt onder andere Obama's presidentschap - als eerste Afro-Amerikaan - gebruikt als bewijs om aan te tonen dat King's droom, en een kleurenblind samenleving, is volbracht. Uiteraard is dit erg simpel uitgedrukt. Enkele bedrijven (en politici) maken hier echter genadeloos gebruik van: zij beweren dat werknemers (en wetten) niet op basis van huidskleur zijn gekozen, maar op basis van hun waarde (opleidingsniveau, locatie, etc.). Het probleem is dat de waarde van een persoon nog te vaak op één lijn ligt met iemands afkomst. Om een klein voorbeeld te geven: de totale gemiddelde inkomsten van een blank gezin ligt op 48,977 dollar, terwijl een Afro-Amerikaans gezin 30,134 dollar kan verwachten. Onder andere het opleidingsniveau van de ouders heeft invloed op het modaal inkomen - helaas maakt die 18,000 dollar wel degelijk verschil als het aankomt op de vraag of hun kinderen kunnen studeren. Een visuele cirkel dus, waar men kan schuilen achter het feit dat 'ras' zogenaamd niet langer deel uitmaakt van de discussie.
Martin Luther King Jr. - 'I Have a Dream'
Studeren aan een Amerikaanse universiteit is niet bepaald
goedkoop. Een studiejaar aan Smith College bedraagt bijvoorbeeld een kleine 44,450
dollar (32,700 euro)– exclusief het
verplichte onderdak en zorgverzekering a la 17,000 dollar (12,500 euro). Ik heb
het geeneens over de aanschaf van lesboeken en vliegtickets. Zoals je begrijpt
raakte ik lichtelijk in paniek toen ik de bedragen zag. Gelukkig betaald de
Universiteit van Amsterdam mijn collegegeld. Daarnaast hebben Fulbright en
de VSBFonds mijn geldzorgen verlicht door mij een beurs aan te bieden (waar ik overigens
wel om had gevraagd). Een pak van mijn hart!
Amerikaanse ambassadeur reikt Fulbright beurs uit
Over twee weken mag ik mij melden op het Amerikaanse
Consulaat in Amsterdam. Ervan uitgaande dat ik mijn visum ontvang vertrek ik 20
augustus richting Boston. Tot die tijd geniet ik nog even van het Spierdijkse weer met vrienden en familie!